Orgel

Klik hier voor een uitgebreidere versie van de orgelschiedenis

De unieke orgelkas uit 1549 van waarschijnlijk orgelbouwer Niehoff en schrijnwerker Schalcken geldt als één van de mooiste van Nederland. De historische frontpijpen dateren uit 1683, toen de orgelbouwers Duyschot het orgel vernieuwden, met behoud van de kas.

Aan het einde van de 19e eeuw waren er zoveel gebreken aan het Duyschot-orgel dat orgelbouwer Steenkuyl in 1897 opdracht kreeg een nieuw orgel te bouwen, wederom in de bestaande 16e-eeuwse monumentale kas, waarvan men ook toen de grote kunsthistorische waarde inzag. Met zijn pneumatische tractuur was het in 1899 in gebruik genomen Steenkuyl-orgel zeer modern. De speeltafel van het Steenkuyl-orgel kreeg een plaats in het rugpositief, dat daarmee zijn muzikale functie verloor. De nieuwbouwplannen van het orgel kwamen in een stroomversnelling met het aantreden, in 1890, van de organist, stadsbeiaardier en dirigent Crevecoeur. Deze ambitieuze en invloedrijke musicus voelde zich beperkt door het verouderde Duyschot-orgel en drong aan op vernieuwing.

In de tachtiger jaren van de twintigste eeuw gaf de toenmalige organist van de Westerkerk, Henk Nauta, samen met orgelbouwer Jan Bruin en Frans Hansen, het leeggehaalde rugpositief zijn functie weer terug door een windlade met acht registers pijpwerk te plaatsen en de frontpijpen weer te laten spreken. De speeltafel verhuisde naar de oorspronkelijk plaats onder in de hoofdkas.

 

In 2010 voltooide orgelbouwer Flentrop de restauratie van de Niehoff/Schalcken-kas en de frontpijpen van Duyschot. Sinds die restauratie is de kas op de frontpijpen na leeg. Het Steenkuyl-orgel uit 1899 keerde er niet meer in terug, aangezien dat na de restauratie letterlijk niet meer in de orgelkas paste. Volgens kenners paste echter ook de klank van dat 19e-eeuwse romantische orgel niet bij de uitstraling van de 16e-eeuwse renaissance orgelkas. Het plan was eerst om een reconstructie te bouwen van het orgel dat Duyschot in de kas bouwde. De huidige 111 frontpijpen zijn nog afkomstig van dat orgel. De inmiddels overleden orgeladviseur Jan Jongepier heeft daarvoor in 2007 een raamplan geschreven.

Op dit moment is de Westerkerk bezig de financiële middelen te verzamelen voor een nieuw orgel in de unieke kas, te bouwen door Verschueren Orgelbouw. Kijk op de pagina ‘Orgel Project’ voor meer informatie over het project.

In het houten hanggewelf van het rugpositief van het orgel bevindt zich de in een verdiepte cirkel beweeglijke kop, de zogenaamde Roraffe of Papottier (Frans voor babbelaar). Dat is zeker niet Sint Gommarus. De mogelijkheid is wel eens geopperd dat deze kop mechanisch was verbonden met een aldaar geplaatst offerblok. Het hoofd knikte dan goedkeurend als er geld in het offerblok werd geworpen.

Er is natuurlijk nog veel meer te vertellen over het orgel. Gert Eijkelboom maakte een mooi overzicht van de verschillende fases in de geschiedenis en de daarbij horende disposities. Interessant voor de echte orgel liefhebber. Je vindt de complete geschiedenis hier.

Wie wil weten hoe het orgel klinkt: Jan Sietses verzamelde recentere en oudere opnames van het orgel op SoundCloud. Je beluistert ze hier.

Meer geschiedenis?

Koorhek

Grafzerken

Preekstoel

Kerkenraadskamer

De Librije